Permanente educatie onlosmakelijk verbonden met technologie
Permanente educatie onlosmakelijk verbonden met technologie
De voortdurende innovatiegolf maakt dat tegenwoordig een gezonde loopbaan in het teken staat van permanente educatie. Technologie neemt ook in de onderwijswereld een belangrijke rol in. Daarom is het cruciaal dat in het onderwijsdomein wordt geanticipeerd op een technologie-gedreven toekomst, het onderwijsstelsel wordt voorbereid op een permanente leerfunctie en meer lessen uit het verleden worden getrokken.
Dit blijkt uit het rapport ‘Het Eeuwige Leren – Over Leren, Technologie en de Toekomst’ van de Stichting Toekomstbeeld der Techniek. Het eerste exemplaar is tijdens het ‘Toekomstfestival’ in het NEMO te Amsterdam overhandigd aan Marjan Hammersma, secretaris-generaal bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Lessen uit verleden
De geschiedenis van onderwijstechnologie kent een aantal duidelijke trends
De introductie van technologie in het onderwijsdomein gaat niet zo snel als men hoopt
Het effect van technologie is minder dramatisch dan verwacht
De introductie van technologie gebeurt vaak gefragmenteerd
Bij de implementatie van onderwijstechnologie is vaak gebrek aan middelen en ondersteunende programma’s;
De technologie is niet altijd klaar voor gebruik.
Push van technologie
Wat opvalt, is dat de introductie van nieuwe technologie over het algemeen niet voortkomt uit een vraag van de gebruikers, zoals docenten, leerlingen, ouders of scholen. Vaak wordt de push voor educatietechnologie gedreven vanuit politici, bestuurders en technologiebedrijven die een technologische oplossing voor bestaande onderwijsproblemen presenteren. Er is hierbij onvoldoende aandacht voor de gebruikers: de implementatie van technologie is immers niet alleen maar een technologisch vraagstuk, het succes ervan hangt vooral af van menselijk vertrouwen, gedrag en organisatiecultuur.
Digitale onderwijsassistenten
Als onderdeel van dit onderzoek heeft STT 66 experts en bestuurders uit het bedrijfsleven, overheid, wetenschap en maatschappelijk middenveld gevraagd welke toekomstverwachtingen ze hebben voor onderwijstechnologie. Men voorziet op korte termijn veel veranderingen in de manier waarop we leren, wat we leren, wanneer we leren en waar we leren. Zo denkt men dat we voor 2030 persoonlijke digitale assistenten hebben die ons langdurig begeleiden en helpen leren. Leerlingen spenderen dan meer tijd online dan offline. We gebruiken geen papieren lesmateriaal meer, programmeren wordt in het lager en middelbaar onderwijs een standaardvak en persoonlijke data – over ons slaapritme, dieet en leven – worden meegenomen in leeranalyses.
Personalisatie onderwijs
Niet alleen verwachten de respondenten op korte termijn veel technologische veranderingen, ze zijn in het algemeen ook erg optimistisch over deze ontwikkelingen. Men vindt het niet voorstelbaar dat de rol van technologie in het onderwijs in de toekomst zal afnemen. Driekwart denkt dat technologische ontwikkelingen in 2040 een positieve invloed hebben op het menselijke vermogen om te leren. Onderwijstechnologie leidt volgens de bestuurders tot meer personalisatie van het leren, een hogere kwaliteit en rendement van leren, meer toegankelijk onderwijs, en een betere aansluiting bij de leefwereld van leerlingen. De deelnemers aan het onderzoek voorzien echter ook doemscenario’s waarin educatietechnologie leidt tot onpersoonlijk en niet-sociaal onderwijs, een te grote afhankelijkheid van technologie, het verlies van basisvaardigheden, een negatieve gezondheidsimpact en technologie die mensen juist buiten sluit.
Een leven lang leren
Het toekomstbeeld met het meeste draagvlak onder de experts en bestuurders is een leven lang leren, dat actief ondersteund wordt door het bedrijfsleven. Maar liefst 96 procent van de respondenten verwacht dat dit voor 2030 staat te gebeuren. Zij vinden het zeer wenselijk om dit te faciliteren zodat we kunnen wisselen van loopbaan, onszelf kunnen blijven ontwikkelen, een inhaalslag kunnen make, en bij de tijd blijven. De grootste weerzin is er voor technologie die de rol van mensen of menselijke taken overneemt, zoals de inzet van robots en kunstmatige intelligentie.
Mens is geen machine
Het rapport pleit er voor om de mens niet als machine te behandelen. Dit betekent dat de bestaande kaders, maar ook de leeromgeving, het curriculum en de methoden moeten verschuiven. Ook moet technologie mensen niet als machines behandelen. Mensen zijn geen computers die met data gevuld kunnen worden, maar leren in een participatief en onafgebroken traject van participatie en interactie. Educatietechnologie moet daarom maatschappelijk en pedagogisch verantwoord geprogrammeerd worden.
Menselijke waardigheid
Dit betekent dat er ook bij het ontwikkelen van onderwijstechnologie voldoende oog moet zijn voor maatschappelijke waarden als privacy, autonomie, veiligheid, controle over technologie, menselijke waardigheid, rechtvaardigheid en een balans van machtsverhoudingen. Omdat er weinig richtlijnen zijn voor het gebruik van technologie in het onderwijs is het belangrijk hier een maatschappelijke discussie over aan te gaan. Die moet zich niet beperken tot het onderwijsveld. Ook het bedrijfsleven, technologie-ontwikkelaars, wetenschappers en de maatschappij moeten actief meedoen in de discussie hoe we technologie moeten inzetten om leren te faciliteren.
De publicatie gaat gepaard met de STT documentaire ‘Leren Leren Leren’, waarin leerlingen, leraren, experts en wetenschappers schetsen wat wij in de toekomst met technologie doen en ook wat technologie met ons doet.
Documentaire ‘Het eeuwige leren – Over leren, technologie en de toekomst’
Bron: CustomerTalk